“Een wat?!”

De meest gemaakte opmerking als ik zeg dat ik draailier speel.

“Waar blaas je in?”

“Een middeleeuws instrument toch?”

” Heb je dan ook een aapje?”

Nee dus. Ik zal je op deze pagina proberen uit te leggen wat een draailier is en hoe deze werkt.

Snaarinstrument

Een draailier is in tegenstelling tot wat veel mensen denken een snaarinstrument.
Voor het gemakt zeg ik wel eens een “mechanische viool” omdat de meeste mensen een viool wel kennen. Bij een viool wordt de strijkstok (voorzien van hars) tegen de snaren gezet welke wrijving en dus trillingen veroorzaakt waardoor je geluid krijgt.
Bij een draailier is de strijkstok vervangen door een wiel.
Dit wiel (ook voorzien van hars) wordt in beweging gebracht door aan een zwengel te draaien.
De verschillende snaren drukken tegen het wiel. Zodra het wiel in beweging komt opstaan er wederom trillingen en dus weer geluid.

Melodiesnaren

We hebben dus geluid. Maar geluid is geen melodie.
Een draailier is voorzien van meerdere snaren waaronder ook 1 of meerdere melodiesnaren (chanterelle(s)). Deze snaren lopen door de tangentenkast.
Een tangent is een staafje meestal van hout of metaal wat d.m.v. een toets tegen de snaar geduwd kan worden. Zo lang de toets ingedrukt blijft wordt de snaar in twee delen verdeeld.
Het deel het dichts bij het wiel is het deel wat kan trillen. Hoe korter dit deel hoe hoger de toon.
De meeste hedendaagse draailieren hebben 24 toetsen. Deze zijn verdeeld over twee rijen. Een rij met de “hele” (diatonische) noten, vergelijkbaar met de witte toetsen op bijvoorbeeld een piano. En een rij met “halve” (chromatische) de zwarte toetsen. Door achtereenvolgens verschillende toetsen in te drukken kun je melodie spelen.Als je geen toets indruk klinkt de toon waarin de snaar gestemd is.

Bourdonsnaren

De bourdonsnaren lopen niet door de tangentenkast. Deze snaren zorgen voor een constante toon onder de melodie. Ze zijn dus constant te horen maar kunnen worden per stuk “afgelegd” uitgeschakeld.
De constante ondertoon is vergelijkbaar met het bijvoorbeeld het specifieke geluid van een doedelzak.
Een draailier is daarom niet alleen een snaarinstrument maar behoord ook tot de groep bourdoninstrumenten (denk hierbij bijvoorbeeld aan de doedelzak, de nyckelharpa en hommel).

De “trompet”-snaar (Chien)

De trompetsnaar (of soms meerdere trompetsnaren) loopt ook niet door de tangentenkast. Deze snaar geeft een uniek zoemend geluid (het Duitse woord “Schnarre” vind ik eigenlijk beter het geluid omschrijven) dat wordt gecreëerd door een klein los kammetje, een trompetkam genaamd.

De trompetkammen op mijn draailier.

Ik heb twee trompet snaren. De een getemd in C en de ander in G met Capo’s naar D en A

©2018 – Draailier.com all rights reserved